Er is op dit moment meer dan genoeg geschreven over hoe bar italia, buzzband du jour, van anonieme anomalie naar een door Matador vertegenwoordigd trio met voor– en achternamen en persfoto’s is geëvolueerd. bar italia bestaat uit heavy hitters uit de Londen scene: Jezmi Tarik Fehmi en Samuel Fenton van shoegazeduo Double Virgo en Nina Cristante die onder mononiem NINA muziek uitbrengt op het toonaangevend Londens label World Music. De band begon als trio muziek uit te brengen tijdens de pandemie, sprong het podium op zodra restricties werden opgeheven en touren sindsdien alsof hun leven ervan afhangt. Dit wordt mijn eerste keer dat ik bar italia live zie, in een uitverkochte museumzaal van de Botanique.
Ik begon bar italia serieus te luisteren bij de release van hun major label debuut, Tracey Denim. Ervoor kende ik de band van onconventionele gitaarliedjes met een topidee in de kern en een uitwerking die niet veel verder reikte dan het strikte minimum. Perfect om toe te voegen aan een afspeellijst die je maakt om te luisteren op je busrit van je 9-to-5 naar je voordeur. Op Tracey Denim, daarentegen, staan volwaardige nummers die een band tonen met passie, talent en een zicht op de toekomst. Dit zijn nummers met houdbaarheid.
Slechts een paar maanden na deze nieuwe golf van bekendheid doen ze het nog eens. Hun tweede album van 2023, The Twits, brengt nog meer nuance en aanscherping van bar italia’s niche. Een niche die omschreven kan worden als gitaarmuziek gebracht door drie persoonlijkheden. Hun output is een destillatie van de Britse muziek van het einde van de vorige eeuw. Wat er zo bevredigend is aan bar italia is dat ze hun inspiratie laten zien door een volledig unieke bril. Eén waar je dankbaar voor bent. Eén die een nieuwe blik geeft en geen duizendste letterlijke vertaling is van invloeden.
bar italia heeft boven hun muziek een laag onserieusheid die geen enkele muzikale act in het huidige landschap durft te hanteren. Vroege releases zoals Quarrel en Bedhead bestaan uit bijna cryptische nummers die rond het punt van één minuut zweven. Maar ook op hun Matador-albums blijven ze ludiek, onbelemmerd. Songtitels zijn “yes i have eaten so many lemons yes i am so bitte” (wat heeft “Foundations” van Kate Nash hiermee te maken? Waar is de ‘r’ van het woord ‘bitter’ heen?) of “Real house wibes (desperate house vibes)” (een ronduit onnozele titel aan een introspectief lied over eenzaamheid). Ik haat het volgend statement maar dit is een cruciaal aspect om deze band te ‘snappen’. Zonder deze laag te erkennen vrees ik dat de bar italia concertbezoeker met een wrang gevoel kijkt naar de lethargische, bijna verveelde muziekanten.
Wanneer de band het podium van de Botanique op schuifelt speelt er nog muziek, zijn de zaallichten nog maar net uit. Er wordt geklapt naar het kwintet dat de zaal inkijkt. Er valt een stilte. Cristante fluistert “hello”. Waarom is het zo stil? Ik heb dit nog nooit meegemaakt. De band begint te spelen, twee nummers aan elkaar gebreid met wat tussenspel. Na afloop van het tweede nummer wordt er opnieuw geklapt, valt er opnieuw die stilte. Het wordt al snel duidelijk dat deze stiltes, momenten waar er onnodig traag van gitaar gewisseld of snaren gestemd worden, een deel van de show zijn. Cristante wandelt naar de microfoon om iets te zeggen maar keert haar gezicht weg. Fehmi kijkt wat rond, wilt een nieuw nummer inzetten, bedenkt zich, slentert naar zijn drankje, slentert terug en begint te spelen. Elke beweging van de band tussen nummers is hoorbaar. Is… de vloer gemict? Staan er verborgen microfoons op heel het podium? De momenten tussen nummers worden uitgetrokken en onder spanning gezet als een elastiek die op springen staat. Toeschouwers voelen zich ongemakkelijk en proberen de artiesten aan te wakkeren. “Yoo-hoo?” Dit dansen met ongemak is een ongelofelijk zelfzekere zet van de band. Een zaal vol mensen die in stilte staan te wachten op iets waar ze voor betaald hebben kan slecht aflopen.
Het voelt wat raar om zo veel tekst te wijden aan de antimaterie van een concert. Maar wanneer stilte zo’n groot deel van de set, of wacht, een deel van de band opmaakt, kan ik niet anders. Anderzijds is er de muziek. De synergie, vriendschap (en liefde?) van de band is tastbaar wanneer ze hun nummers spelen. Cristante springt met een gedetermineerde staar in de leegte. De muzikanten zijn oprecht steengoed in wat ze doen. Samenspel, improvisatie en vaak betere vertolkingen van studioversies springen van het podium. Loeiharde hoogtepunten zijn my little tony en Nurse! maar mijn persoonlijke favoriet is de live-versie van sounds like you had to be there, een deep cut van ‘The Twits’ met een sensibiliteit die doet denken aan my bloody valentine. Een doorn in het oog en oor is de vocal mix. Harmonisering is compleet onhoorbaar omdat Cristante’s microfoon zo laag zit. Die van Fenton staat zo luid dat de minst getalenteerde vocalist van de band vaak doet terugdeinzen.
Dit is een jonge, beloftevolle band met een visie. In interviews wilt bar italia bijna wanhopig ontkennen dat hun mysterieus imago intentioneel is of dat ze expres bezig zijn met hoe ze overkomen. Dit staat in sterk contrast met hoe de band zich op podium presenteert. Hun gigantisch zelfvertrouwen is een prestatie maar blijft best bij een gimmicky thema van hun vroege jaren. Ik weet dat de muziek beter gaat blijven worden. Ik hoop dat we de overgeforceerde coolheid op het podium in kunnen ruilen met de passie die bar italia uitstraalt in hun muziek. (Carlo Croes)