In 2003 richten de Australische gebroeders O’Keefe de band Airbourne op. Met hun straight-ahead Aussie pub rock spelen ze vrij snel in de voorprogramma’s van grootheden als The Rolling Stones, Motörhead en Mötley Crue. In 2007 beleven ze hun grote doorbraak met het debuutalbum ‘Runnin Wild’ en sindsdien weten ze op eigen kracht de grootste zalen te vullen.
Tijdens concerten staat de band er bovendien op om steeds met de versterkers op geluidssterkte 11 te spelen. Airbourne wil niet origineel zijn, maar gewoon steengoede rock’n roll brengen, waarbij bloed, zweet en gitaren de hoofdingrediënten zijn. AC/DC is nooit veraf, maar is dat slecht?