De legendarische progressieve rock band, YES startte hun ‘UK-European Tour’ onlangs op 27 april in Glasgow. De band combineert nu al ruim 45 jaar symfonische rock, progrock en artrock tot een bijna magisch geheel en groeide tijdens de seventies uit tot een van de belangrijkste bands ter wereld. Momenteel tourt Yes met de volgende formatie: zanger: Jon Davison, gitarist Steve Howe, drummer Alan White, keyboardist Geoff Downes en bassist Billy Sherwood . Op 14 mei konden de fans zich verheugen op een unieke YES- ervaring in de AB te Brussel . De band speelde er namelijk twee van hun iconische albums in hun geheel: ‘ Fragile’ en voor het eerst ‘Drama’. Alle tracks werden er in de dezelfde volgorde uitgevoerd als ze op de corresponderende albums verschenen.
De show opende met een eerbetoon aan Chris Squire. Een enkele spot werd gericht op zijn handelsmerk de Rickenbacker bas terwijl op een grood ledscherm een montage van beelden voorbijloopt op de muziek van ‘Onward’, een track uit hun negende studioalbum Tormato. Een nummer dat hij trouwens zelf heeft geschreven.
Bassist Chris Squire overleed vorig jaar. Squire was het enige Yes-lid dat de groep sinds de oprichting in 1968 nooit heeft verlaten. Hij werd 67 jaar. Chris Squire richtte in 1968 samen met zanger Jon Anderson Yes op . Er waren al enkele bezettingswijzigingen geweest, maar de topjaren beleefde de groep vanaf 1972, met – naast Squire en Anderson – toetsenist Rick Wakeman, drummer Alan White en gitarist Steve Howe. Deze ‘legendarische’ samenstelling hield stand tot eind jaren zeventig en leverde symfoklassiekers op als Fragile, Close To The Edge en Tales From Topographic Oceans. Toen vorig jaar bleek dat de bassist te lijden aan een zeldzame vorm van leukemie, kort nadat Yes een uitgebreide zomertour door de Verenigde Staten had geboekt werd hij vervangen door voormalig Yes-gitarist Billy Sherwood.
Waarschijnlijk door de afwezigheid van Squire was de zaal niet zo goed gevuld als twee jaar geleden. Zonder Anderson en nu ook zonder Squire hadden we toch ergens het gevoel dat dit toch geen echte Yes line-up meeer is.
Het eigenlijk concert startte met de integrale uitvoering van het album Drama uit 1980. Dit album kwam tot stand na een zeer merkwaardige personeelswissel. Jon Anderson en Rick Wakeman werden vervangen door resp. Trevor Horn en Geoff Downes. Consternatie alom in Yeskringen en ook de media konden deze zet maar moeilijk inschatten. Maar de verjonginskuur met Horn en Downes bleek na het teleurstellende Tormato een gedurfde, maar geslaagde keuze te zijn geweest. Drama neemt vandaag nog steeds een prominente plaats in tussen het betere Yeswerk.
De openingsact Machine Messiah, een gevarieerd werkstuk van meer dan 10 minuten, klonk ongemeen krachtig. Deze imposante wall of sound werd sporadisch doorbroken door innemende akoestische passages en instrumentale hoogstandjes van alle bandleden. Daarna konden we even tot rust komen met het speelse en luchtige White Car. Het tempo werd door de ritmesectie terug de hoogte ingejaagd met Does It Really Happen?. Het heerlijke verkwikkende nummer Into the Lens werd gespeeld met ingenieus samenspel van keybords , bass en drum opgefleurd door het sobere gitaarspel van Howe. Daarna volgde de doordeweeks klinkende vingeroefening Run Through The Light als aanloop naar de voortreffelijke en vrij complexe Drama-afsluiter Tempus Fugit.
Onder de noemer ‘greatest hits’ bracht de groep ons 4 nummers. Het prachtige, relatief eenvoudige titelnummer van hun debuurtalbum Time and a Wordherinnert ons aan hun jaren zestig roots. Howe wijdt de song aan zijn overleden voorganger Peter Banks. Uit “Close To The Edge” hoorden we het rockerige Siberian Khathru vol met pompende bas, harmonieuze samenzang en puik gitaarwerk van Howe. Daarna volgde een pauze van een half uur.
In de plaats van het verwachte Soon werden we getracteeerd op het minder interssante titelnummer van Going for the one. Waar de band op Drama nog wat zoekende was naar wat ze nu met de jaren tachtig aan moesten, viel op “90125″ alles op zijn plaats. Yes scoorde met dit album een dijk van een hit met Owner Of A Lonely Heart: een sterk nummer dat met zijn eenvoudige riff en aanstekelijke zanglijn maar niet wil gaan vervelen.
Na dit intermezzo van greatest hits was het de beurt aan een van hun belangrijkse albums nl: Fragile. Dit album kwam destijds tot stand met een line-up die vele progliefhebbers nog steeds doet watertanden: Jon Anderson, Bill Bruford, Steve Howe, Chris Squire en Rick Wakeman. Het album is bekend om het openingsnummer Roundabout, dat nog steeds als een rock-evergreen wordt beschouwd en voor liefhebbers van symfonische rock een ware klassieker gekenmerkt door dynamiek, spanning, goed samenspel en een behoorlijke lijn. Het is allemaal aanwezig en het publiek liet dit duidelijk horen.
Het album Fragile bevat in feite maar 4 volwaardige mummers afgewisseld met een 5-tal persoonlijke onnodige stukjes die elk een idee van een persoonlijk bandlid uitwerkten. We horen deze stukjes tussen de overige groepsnummers. Het hoogtepunt is echter weggelegd voor South Side Of The Sky. Het nummer begint met een typische ronkende baslijn waarna het via een spannend en relatief agressief stuk uitbouwt naar een rustig middenstuk dat, op het moment dat het dreutelachtig wordt, weer teruggrijpt op het aanvankelijke thema, waarna het nummer zoetjesaan gesust wordt. Voor ondergetekende werd het helaas tijd om de zaal te verlaten zodat we nog tijdig onze trein konden halen. Het jazzy Long Distance Runaround en het sterk dynamische Heart Of The Sunrise alsook de toegift Starship Trooper hebben we niet meer kunnen meemaken.
De kwaliteit van dit concert was zeker goed. Maar het gemis van Squire was wel voelbaar. Zijn vervanger Billy Sherwood speelde in de jaren negentig reeds in Yes op de ritmegitaar. Chris was zijn mentor. Hij leverde prachtig werk met zijn ronkende bas. Maar Squire evenaren is een andere zaak. Alan White, die in de beginjaren van Yes het stokje heeft overgenomen van Bill Bruford, bewerkte op professionele wijze zijn drumstel. En het oudste lid van de band Steve Howe wist nog steeds op wonderbaarlijke wijze zijn gitaren te bespelen. De rust en schijnbare eenvoud waarmee deze man de mooiste solo’s uit zijn gitaar weet te halen is nog steeds geniaal. Geoff Downes, die ook bij het album “Drama” deel uitmaakte van Yes, speelt alsof hij nooit is weggeweest. De speciale carréopstelling van zijn instrumenten, maken dat hij vaak met zijn rug naar het publiek staat, maar hij wist perfect het contact met het publiek te vinden en deed zowaar Wakeman vergeten. De zanger Jon Anderson is helaas niet meer van de partij. Enkele jaren geleden kreeg hij wegens astma stemproblemen en moest verstek geven waarop de band een vervanger aantrok. Daar kwam ruzie van en in 2010 ging Yes in zee met zanger Benoit David. In het najaar van 2011 sloeg evenwel het noodlot toe en verloor ook Benoit David zijn stem. Zijn vervanger is sedertien Jon Davison, frontman van Glass Hammer. Uiteraard had ik ook liever Anderson op de zang gehad, maar de eveneeens spirituele Davison deed het fantastisch. Hun falsetstemmen lijken erg veel op elkaar. ( foto en tekst © Jaak Geebelen)