Poppodium De NIEUWE NOR presenteerde ons de Britse band The Pineapple Thief. Deze show vormde een onderdeel van een uitgebreide Europese tour. Het nieuwe album ‘Magnolia’ dat in september reeds verscheen, liet ons een band horen die haar muzikale horizon verder verlegde over de grenzen van het progressieve landschap naar een meer indie-rock geluid.
.
.
Als fervente progliefhebber was ik reeds in 2007 getuige van het groots opgezette ‘Symforce’ festival in de 013 te Tilburg. Ergens in een klein zaaltje speelde toen een voor mij onbekende Britse band: “The Pineapple Thief’. Ondanks de ijzersterke affiche was dit optreden voor mij de grote revelatie van dit indoor festival. Zelden had ik een band gezien die zoveel bezieling en zaligheid in hun muziek konden ten toon spreiden. Sindsdien ben ik de band van nabij blijven volgen en heb hen nog talrijke keren aan het werk gezien met als absoluut hoogtepunt een memorabel optreden tijdens de “Night
of the Prog” in 2013. Maar langzaam maar zeker wortelt de band zich meer en meer in de alternatieve rockmuziek en drijft hierdoor steeds verder weg van de progwereld. Deze evolutie zullen de echte progliefhebbers waarschijnlijk jammer vinden, maar ongetwijfeld worden hierdoor nieuwe horizonten geopend naar het brede publiek. Met de albums Someone Here Is Missing (2010) en All The Wars (2012) werd een steeds groter publiek bereikt en ook door de fantastische live shows bleef het aantal fans aangroeien. De link met bands als Anathema, Porcupine Tree, Muse en Radiohead werd steeds sneller gemaakt. Die laatste vergelijking is deels toe te schrijven aan het stemgeluid van Bruce Soord welke behoorlijk op die van Thom Yorke lijkt. Maar ondanks alle invloeden is het duidelijk dat The Pineapple Thief een eigen sound heeft. De komst van het nieuwe album ‘Magnolia’ en de daaraan gekoppelde tour brengt de band ongetwijfeld nog een flinke stap verder. The Pineapple Thief werd opgericht in 1999 en had, buiten een dozijn singles en EP’s, tien albums om uit te putten.
.
.
Hun show opende met de prachtige en energieke instrumentale intro van de epic “What we have shown”. Een intro die wat mij betrof verder mocht doorgezet worden.
Maar de band koos er terecht voor om hun setlist grotendeels ten dienste te stellen van hun nieuw album ‘Magnolia”. Dit briljante album is een aaneenschakeling van 12 heerlijke mummers welke zijn opgebouwd uit zachte stukken met prachtige zanglijnen, doorkruist met heftige experimentele riffs en samengesmolten met energieke electronica. We hoorden deze avond daarom een lange maar afwisslende reeks van stevige en gevoelige Magnolia songs gekenmerkt door hun duidelijke structuur, kop en staart. Door meer in de richting van de alternatieve, soms catchy indierock op te schuiven, klonk het hierdoor allemaal wat laagdrempeliger. Buiten de Magnolia-nummers was er gelukkig ook voldoende aandacht voor ouder werk. De titelsong van “All The Wars” was het eerste niet-Magnolia nummer dat ze middenin hun setlist speelden. Een schitterend nummer waarin de ijzige stem van Soord me een link liet maken met Radiohead.
.
.
De eerste echte kippevelmomenten beleefde ik echter tijdens de ingekorte epic “Remember us” uit het schitterende album “Variations on a Dream”. Voor mij nog steeds het beste nummer dat de band ooit maakte.
.
Bruce heeft een heerlijke stem maar op verschillende momenten waren er problemen met de hogere noten. Naast Bruce heeft de bassist Jon Sykes een prominente rol. De drummer en de toetsenist spelen dragend, maar verder onzichtbaar. Het was de eerste maal dat ik hun nieuwe drummer Dan Osborne aan het werk zag. Hij heeft Keith Harrison begin dit jaar achter de drumkit vervangen. Niet dat een line-up wisseling zo bijzonder is, maar bij The Pineapple Thief is dit de eerste wisseling in de afgelopen tien jaar die ze, op het moment van het vertrek van Keith Harrison, zonder kleerscheuren overbrugd hebben.
.
Bruce heeft een heerlijke stem maar op verschillende momenten waren er problemen met de hogere noten. Naast Bruce heeft de bassist Jon Sykes een prominente rol. De drummer en de toetsenist spelen dragend, maar verder onzichtbaar. Het was de eerste maal dat ik hun nieuwe drummer Dan Osborne aan het werk zag. Hij heeft Keith Harrison begin dit jaar achter de drumkit vervangen. Niet dat een line-up wisseling zo bijzonder is, maar bij The Pineapple Thief is dit de eerste wisseling in de afgelopen tien jaar die ze, op het moment van het vertrek van Keith Harrison, zonder kleerscheuren overbrugd hebben.
.
“Reaching Out” , het slotnummer van hun vorig album, was het laatste nummer van hun reguliere setlist. In deze mini-epic ontwaarden we een echt mooi popliedje, mooie baslijnen, dreigende toetsten en een mooie instrumentale climax. We hoorden hier duidelijk dat band toen nog op twee gedachten hinkte; de band wilde zich nestelen in de alternatieve hoek, maar wilde ook haar progrock roots nog niet verloochenen.
.
.
En zoals we bijna steeds van TPT gewoon zijn, was het beste voor tijdens de toegiften.
“Part Zero” is een heftig, vrij symfonisch nummer met een deprimerende tekst (”I’m doing all I can, but all I get is a suicidal plan), dat ons sterk aan het werk van Porcupine Tree deed denken.
Daarna volgede het alsmaar groter wordende “Snowdrops” , dat zich kenmerkt door een zalig eindthema en dat met handgeklap tot grote hoogte werd gebracht. Deze TPT-klassieker is inmiddels een vast hoogtepunt geworden in bijna ieder optreden. Het optreden werd waardig afgesloten met het pittige “ Nothing at Best”.
.
Tijdens dit optreden had ik niet het gevoel dat de band voluit ging en het publiek echt wist te overtuigen. Een applausje tussen de nummers kon er nog net af. Maar toegegeven, de band speelde niet met dezelfde overtuiging zoals ik van hen gewoon was. Het publiek ging niet echt uit de bol en de bandleden gaven me soms een vermoeide indruk. We pleiten niet voor een moshpit maar iets meer interactie vanuit het publiek naar Bruce Soord & Co had geen kwaad gekund.. Ook al heeft eenieder zijn eigen manier om van het concert te genieten. (Jaak Geebelen)