Naar aanleiding van de Pale CommunionTour hield het Zweedse Opeth halt in de Ancienne Belgique. Wie had verwacht dat dit concert hun nieuwste album in de schijnwerpers zou zetten, zou wel eens erg teleurgesteld kunnen zijn.
Opeth maakte in 24 jaar tien albums – waarvonder vele meesterwerkjes – en groeide uit tot een van de beste acts in de hoek van de progressieve (death) metal. De band weet diverse invloeden smaakvol te combineren en dat zorgt voor de juiste afwisseling tussen woeste metal en mooi gitaarspel, zonder al te voorspelbaar te worden. Door deze combinatie van deathmetal en melodische progrock-elementen kreeg de band een uniek geluid. Een andere factor die Opeth van het gewone deathmetalgenre onderscheidt zijn hun lyrische, poëtische liedteksten met als terugkerende thema’s schoonheid, pijn en depressie.
De geleidelijke evolutie die Opeth onderging van death metal tot pure progressieve rock werd de voorbije jaren niet gespaard van de nodige kritiek. Ze hebben altijd maling gehad aan muzikale trends binnen hun genre. Op het moment dat deathmetalscene hun blastbeats en screams omarmde, deed Opeth juist een stapje terug en introduceerde invloeden uit de progressieve en symfonische rock uit de jaren ‘60 en ‘70, en voegde veel akoestische sfeermomenten toe in de muziek.
Op het voorprogramma stond het Franse Alcest. Ze brachten ons doom/shoegaze/post-rock die bij momenten meeviel maar veelal ontzettend melig klonk.
Daarna was het de beurt aan Opeth. Datgene wat we van Opeth te horen zouden krijgen was niet de muziek waar ze momenteel voor staan. Daarvoor hoorden we te weinig uit hun laatste twee grensverlengende albums “Heritage” en “Pale Communion”.
Pale Communiun is een top album vol met strijkers, akoestische gitaren en ingewikkelde vocale harmonieën. Het was dan ook een beetje teleurstellend dat ze ervoor kozen om slechts drie nummers van dit meesterwerk te spelen (Eternal Rains Will Come, Cups of Eternity en Elysian Woes). Maar hun setlist is vaak eigenwijs, uitdagend, en onvoorspelbaar. In plaats daarvan kregen we een doorsnede te horen van hun volledige oeuvre.
De aftrap werd gegeven met de openingstrack van hun laatste album “Eternal Rains Will Come ‘.
Een jazzy start waar het hammondorgel de boventoon voert en het nummer transformeert tot een psychedelisch pareltje met een prachtige zanglijn. Eerste hoogtepunt van de avond..
Een andere track uit Pale Communion volgt onmiddelijk daarna:”Cusp of Eternity”. Een iets meer rechttoe-rechtaan progrocknummer met een schitterende gitaarsolo van Fredrik Åkesson. Maar iedereen die hoopte dat het op deze manier verder zou gaan kwam teleurgesteld uit. Tijdens hun vorige Heritage tour lag de klemtoon duidelijk op de muziek waar ze op dat moment voor stonden. Dat was nu volledig anders. Ze gingen terug naar “Blackwater Park” met ”Bleak”: een prachtig mengsel van keelklanken ingebed in hun typische wervelende sound.
Na “Bleak” was het de beurt aan een van hun sterkste nummers uit hun metalverleden namelijk “The Moor” uit het eerste grote Opeth album ‘Still Life’. Een nummer met een heerlijke intro vol met afwisselingen in de vertrouwde Opeth-stijl vermengd met een mix van death metal, progressieve en sferische metal en wat doom elementen. Het oude Opeth op zijn best.
Maar daarna graafden ze zelfs nog verder terug tot “Morningrise” (1996) en brachten ons hieruit het obscure “Advent”. “Advent” is een ijzersterk nummer met een prachtige instrumentatie en talrijke grunts. . “Elysian Woes” uit Pale Communion was vervolgens een wonderschoon rustpuntje na al dat geweld. Dat Opeth meer dan alleen woeste metal kan maken bewezen ze in het verleden met het volledig rustige en subtiele album “Damnation”. Het broeierige en warme “Windowpane” werd met een ongekende schoonheid vertolkt. Prachtige sfeervolle trieste melancholische muziek. Dus geen grunts, alleen mooie cleane zang en vooral uitstekend veelal rustig gitaarspel gedragen door heerlijke (synth)mellotronklanken.
Als direct eerbetoon aan de jaren zeventig was hun vorig album “Heritage” anders dan het eerdere werk van de band. De grunts werden volledig achterwege gelaten, en metal kan je dit bezwaarlijk noemen. Al zijn er zeker metalen randjes. Uit dit album hoorden we “The Devil’s Orchard”. Voor ondergetekende het beste nummer dat ze uit dit album hadden kunnen kiezen. Een nummer waar ze trouwens op sommige momenten nog stevig de beuk in kunnen gooien.
Met “April Ethereal” wanen we ons even in de black metal wereld. En dan is het de beurt aan “Watershed” met het nummer “The Lotus Eater”. Wat een power, wat een geweld doorspekt met heerlijke toetsen die zorgen voor een sinister geluid.
Het vijftal uit Stockholm liet het beste voor het laatste: een brute versie van “The Grand Conjuration” en als bis een aangelengd “Deliverance”.
Echte fans konden moeilijk nog meer verlangen, nieuwe fans kregen meteen de perfecte dwarsdoorsnede van 25 jaar Opeth over zich heen. Een kwarteeuw die volgend jaar trouwens gevierd zal worden. Dus mis geen kans om deze band live aan het werk te zien. Ze zijn in alles anders. Deze superband rond godenkind Mikeal Äkerfeldt bood de AB muzikaal entertainement van de bovenste, plank. Het muzikale kunnen van deze band is superieur en dat bewezen ze op een onnavolgbare manier. Ondanks dat we niet hebben kunnen genieten van al dat moois van Pale Communion (Goblin, River, Voice of Treason), denk ik dat ,met uitzondering van de echte progfanaten, niemand teleurgesteld naar huis is moeten gaan. (Jaak Geebelen)