“Thank you so much, you’re so kind.” Dit was de zin die Sam Beam na praktisch elk nummer zei tegen het fantastisch publiek dat naar zijn stille gitaarnummers kwam luisteren maandagavond in de Cirque Royal. Wel, dat dacht men. Met zijn laatste langspeler, Ghost on Ghost, zette Iron & Wine een stap in een bad vol nieuwe invloeden. De meest prominente is zonder twijfel jazz. Het album werd met gemengde gevoelens onthaald omdat het gewoon zo enorm luid was vergeleken met de vier vorige albums die Beam uitbracht. Om deze nieuwe nummers live te brengen moest er dus een hele hoop aanvullende instrumenten op het podium gebracht worden. Deze waren er dan ook: twee violen, een cello, drie backing vocals, een orgel, een keyboard, drums, bass, saxofoon, baritonsaxofoon, twee klarinetten, een dwarsfluit en een trompet. Hierdoor kon de band de nummers van de nieuwe plaat dus ijzersterk en foutloos spelen. Tijdens Caught in the Briars, de opener van deze plaat ontplofte de band. Saxofoonsolo’s, luid ge-freestyle en moeilijke ritmes werden afgewisseld met het zeemzoete gezang. Dit was even eigenaardig als het goed was. Oudere nummers werden nieuw leven ingeblazen door de toevoeging van een begeleiding van de strijkers. Ookal waren de stoelen in de zaal zeer comfortabel en verwachtte men fluisterdeuntjes, de ogen sluiten kon men (nog) niet.
Tijdens de buik van het concert verlaatte de band het podium en bleef Beam alleen op het podium achter, met zijn alom geliefde gitaar als wapen tegen de donkere zaal. Hier trakteerde hij het publiek op een ‘Iron & Wine Buffet’, zoals Beam het verwoordde. Hij liet het aan het publiek over welke nummers hij zou spelen. Een luid gejoel ontstond onder het publiek dat bestond uit titels van nummers uit zijn eerdere albums. Hij speelde een paar nummers die hij uit het geroep kon opmaken. Het contrast tussen deze nummers en de nummers met de volledige band was enorm. Heel de zaal luisterde aandachtig naar het sublieme hoogtepunt van het concert dat bestond uit twee van Beam’s fluisterstille gitaarplukliedjes. Naked As We Came leidde hij in met een korte anekdote over hoe zijn label met opgetrokken wenkbrauwen vroeg of het wel een goede titel was voor dit nummer. Na een laatste stuk van het concert met de band sloot Iron & Wine af met een bis die nogmaals bestond uit een gitaarnummer. Hij wenste ons een goede week toe en wandelde al glimlachend van het podium.
Eén opmerking: het hoogtepunt van Ghost on Ghost, Lovers’ Revolution werd niet gespeeld. Een mysterieus nummer met een ambitieuze climax van volbloed-jazz zou de perfecte apotheose geweest zijn voor dit concert. Dit had natuurlijk geen invloed op de zeer hoge kwaliteit van het concert. Een warm onthaal voor de omhelzende muziek van Iron & Wine, die na twee lange jaren terugkeerde naar België. 12 getalenteerde muziekanten meer op het podium die een extra leven aan de nummers gaven maar toch ligt de ontroerende essentie van Beam bij zijn pure gitaarnummers. (Carlo Croes)